vrijdag, april 13, 2007

Wenen en Schelle

Terug van een paar dagen Wenen met vrienden. Mooie stad, fantastisch weer, heel lekker gegeten. Jawel, heel lekker gegeten in Oostenrijk. De eerste avond bij een Japanner, de tweede Italiaans, de derde een snack en de vierde, jongens jongens de vierde, weer een Italiaan. Maar wat voor één. Novelli in de Bräuerstrasse 11. We maken hier geen woorden om vuil. Ben je in de buurt, Frankfurt bijvoorbeeld, ga dan bij Novelli langs.


Eten en musea. Als een stad een Museumplatz heeft, dan zal het wel musea hebben zekers.
Het is over één werkje dat ik in één van deze mastodonten gezien heb, dat ik hier graag wat meer uitleg geef: 'Zicht op Schelle' van Jan Breugel.
Jan Breugel, de zoon van Pieter Breugel de Oude, is zo een beetje wat we de Jordi Cruyff, Axl Merckx of Sean John uit de Vlaamse kunstgeschiedenis kunnen noemen. Een pechvogel met een beroemde vader die uit masochistische overweging dezelfde stiel als de papa kiest. Fluwelen Jan is dus minder bekend en beroemd geworden dan zijn schepper. Toch heeft hij in de periode dat hij in Antwerpen woonde een werkje gemaakt dat ik, omdat ik er toch was, wilde zien: 'Zicht op Schelle' uit 1614 (29 juni om precies te zijn).
Schelle is een zakdoek groot. 2 straten, een Delhaize, een piepklein parkje met een schommel voor de jongsten en een skateboardramp voor de ouderen, 2 rivieren, een paar cafeetjes, 2 scholen. Iedereen kent iedereen en de huisarts wordt nog met Mijnheer Dokteur aangesproken.
En toch hangt in het Kunsthistorisch Museum van Wenen een gezicht van dit dorpje met zijn enige echte herkenningspunt, zijn scheve kerktoren.
Breugel moet tijdens zijn wandelingen gecharmeerd zijn geweest door het dansende volkje aan de stroom en zijn scheve toren dat hij prompt een geniaal schetsje maakte. En omdat hij zelf ook zo een partijbeest was, plaatste hij zichzelf graag met zijn familie linksonder op het tafereeltje.
Om de vier jaar zijn het in Schelle, houd u vast - nu komt het, Scheve Toren Feesten (origineel he) in Schelle. Vorig jaar hebben we ze mogen meemaken. Een tent aan de kerk, een bezoekje van Inge Vervotten, rijstpap, een kermisje, wat kraampjes en een paar vuurwerkpijlen. Zou het nu niet mooi zijn dat al de Schellenaren de kans zouden krijgen, al was het maar voor 1 dag, om in hun eigen dorp een werk mogen bezichtigen dat dag op dag vierhonderd jaar geleden op doek in gezet? Wie anders heeft meer recht op de verjaardag van dit werk dan de Schellenaren zelf?

1 opmerking:

Anoniem zei

wel...wel...t is een spel , zo komen we nog eens iets teweten en dat zonder dat er een belleman aan tepas komt .Ben beniewd naar de verdere belevenissen van t Baroneke